Geplubiceerd op: 21 augustus 2023

Huib Kalsbeek, in 1937 geboren in Katwijk, is 11 juli op 85-jarige leeftijd in Katwijk overleden. Hij wijdde zijn werkzame leven aan een gezond gebit voor iedereen. Enerzijds door zeer nauwgezet epidemiologisch onderzoek te verrichten, anderzijds door vele jaren functies te vervullen bij het Ivoren Kruis. Huib Kalsbeek was van 1981 tot 1989 Lid van het dagelijks bestuur van het Ivoren Kruis en van 1988-2006 Lid van het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten.

In 2014 publiceerde Huib Kalsbeek een voor het Ivoren Kruis kostbaar boek: ‘Een schoone tand bederft niet. Ivoren Kruis 1910-2010’. In dit boek beschrijft Huib Kalsbeek heel minutieus én goed leesbaar de geschiedenis van het Ivoren Kruis. Mede voor dit boek kreeg Huib Kalsbeek in 2022 de Dr. Carl Witthaus Medaille, een belangrijke onderscheiding van het Ivoren Kruis. In een interview naar aanleiding van deze uitgave zei Huib: “Het boek gaat over de geschiedenis van het Ivoren Kruis, maar daarmee eigenlijk ook over de geschiedenis van de preventieve en sociale tandheelkunde.” En dat was precies waar zijn tandheelkundig hart lag en waar hij zo’n grote bijdrage aan heeft geleverd.

Huib Kalsbeek startte in 1969 het Project kindertandverzorging in Tiel. Het project had als doel het effect te bepalen van tandheelkundige gezondheidsvoorlichting en -opvoeding (TGVO) in samenwerking tussen de mondzorg en het consultatiebureau op de gebitsgezondheid van kleuters. In 1972 werd in het kader van dit project een centrum voor kindertandverzorging geopend in Tiel. De aanpak was revolutionair en zonder overdrijven kan gesteld worden dat ‘Gewoon Gaaf’ daar al werd gepraktiseerd. Alle Utrechtse tandheelkundige studenten in die tijd moesten een verplicht werkbezoek brengen aan dit centrum. Na de werkzaamheden in Tiel ging Huib werken bij TNO Preventie en Gezondheid. Aan deze onderzoeksgroep gaf hij later leiding. Deze onderzoeksgroep verrichtte in de periode van 1987 tot 2017 regelmatig uniek onderzoek naar de gebitstoestand van jeugdige ziekenfondsverzekerden. Ook deed hij onderzoek naar de tandheelkundige verzorging van volwassenen.

Huib zijn inbreng in  het Adviescollege Preventie Mond en Tandziekten stond altijd garant voor een goed wetenschappelijk niveau van de adviezen. Zijn kennis over de epidemiologie was hierbij onontbeerlijk. Maar hij had ook oog voor wat nu heet “duurzame mondzorg” en  twijfelde of het wel verantwoord was om een elektrische tandenborstel te adviseren gezien de beperkte meerwaarde en de milieubelasting van de gebruikte stroom en de batterijen.

De periode dat Huib in het bestuur van het Ivoren Kruis zat was een woelige periode van reorganisatie, waarbij het ministerie steeds kritischer werd. Ook hier was Huib zijn consciëntieus zijn, zijn volhardendheid en zijn loyaliteit aan de preventieve zorg een belangrijke steun voor de vereniging.

We wensen Huib zijn familie en andere naasten veel sterkte toe met het overlijden van Huib.